Wanneer kan de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen intrekken?
De gemeente kan onder bepaalde voorwaarden een reeds verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen intrekken. Deze voorwaarden zijn opgenomen in artikel 2.33, tweede lid, en artikel 5.19 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op het moment dat een omgevingsvergunning op basis van onjuiste of onvolledige opgave van gegevens is verleend, of niet volgens de verleende vergunning wordt gehandeld kan de gemeente de vergunning intrekken.
De gemeente kan de bouwvergunning tevens intrekken indien deze niet gebruikt wordt of indien de bouw lang stilligt. De tijd die hiervoor geldt is vastgelegd in artikel 2.33 lid 2 onder a en bedraagt 26 weken. Het enkele feit dat de bouw 26 weken stilligt is echter niet voldoende reden om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen in te trekken. Het gaat hier om een belangenafweging waarbij ook andere argumenten betrokken kunnen worden. Is bijvoorbeeld inmiddels sprake van een gewijzigd bestemmingsplan, dan kan dat een aanvullende reden zijn een ‘ongebruikte’ vergunning in te trekken.
Indien uw omgevingsvergunning wordt ingetrokken zonder dat de gemeente goed onderbouwde reden hiervoor aangeeft adviseren wij u bij de gemeente na te vragen wat de exacte reden is dat zij terug willen komen op de verleende vergunning. U kunt vervolgens bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de gemeente.
Versiedatum: 01-10-2010
Is uw vraag hiermee niet beantwoord?
U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen
stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.
Zie ook
Vragenformulier Informatiepunt Leefomgeving