De appartementen van een nieuw te bouwen appartementengebouw worden ontsloten via een inpandige corridor. Naast elke voordeur is ook een deur opgenomen voor de, volgens het Bouwbesluit vereiste, buitenberging. Deze berging ligt binnen het subbrandcompartiment van de woning en is hiermee verbonden middels een reguliere binnendeur. De voordeur moet, sinds 1 juli 2021 en volgens artikel 6.26 lid 5 van het Bouwbesluit 2012, voorzien zijn van een vrijloopdranger, zodat alleen bij brand de weerstand bij het openen vergroot wordt om de zelfsluitendheid van de voordeur bij brand voldoende te borgen. Geldt deze eis ook voor de deur tussen corridor en buitenberging of kan daar een reguliere deurdranger worden toegepast?
Een vrijloopdranger is niet verplicht. Een volgens artikel 4.31 vereiste buitenbergruimte is een nevenfunctie van de woonfunctie. Met nevenfunctie is bedoeld dat de bergruimte geen onderdeel is van de woonfunctie, maar een ten dienste van de woning staande ‘overige gebruiksfunctie’. Zodoende is het vijfde lid van artikel 6.26 niet van toepassing.
Vanuit het oogpunt van risico is een vrijloopdranger overigens wel gewenst, omdat de kans dat een standaard deurdranger onklaar wordt gemaakt vanwege gebruiksgemak van de deur, naar de mening van de ATGB, ten minste even groot is als die van de voordeur van de woning.
Trefwoorden: Vluchtroute, APB, zelfsluitende deuren, rookverspreiding, 2205
Downloads
(Pictogram: PDF-bestand: download dit bestand door op de link te klikken)
Versiedatum: 04-03-2022
Is uw vraag hiermee niet beantwoord?
U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen
stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.
Zie ook
Vragenformulier Informatiepunt Leefomgeving
