Vraag 886

We hebben een ontwerp voor een nieuw te bouwen woongebouw met een vloeroppervlakte aan verblijfsgebied van meer dan 1200 m². Het woongebouw heeft één hoofdtrap aan de ene kant van het gebouw, en aan de andere kant een trap uitsluitend voor ontvluchten. Kan ik volstaan met één trap met een breedte van ten minste van 1,2 m en een trap met een breedte van ten minste 0,8 m?

Ja, als er één trappenhuis is met trappen met een breedte van 1,2 m, dan kunt u bij het tweede trappenhuis volstaan met trappen met een breedte van 0,8 m.

Als een woongebouw twee vluchtroutes heeft als bedoeld in het eerste lid van artikel 2.106, dan zijn de woningen waarvoor die twee vluchtroutes nodig zijn, inderdaad op beide vluchtroutes aangewezen. Wat echter over het hoofd wordt gezien, is dat het onderwerp van regeling van het achtste lid van artikel 2.107 niet de vluchtroute, maar de trap is. Het gaat niet om de vrije breedte van de vluchtroute die over de trap voert maar om de breedte van de trap. Het gaat dus ook niet over de vloeroppervlakte die op die vluchtroute is aangewezen. Je zou dus kunnen stellen dat de artikeltitel (inrichting vluchtroute) de lezer, bij het achtste lid van artikel 2.107, op het verkeerde been zet.   

Met de in het achtste lid van artikel 2.107 bedoelde trap is dus niet bedoeld: een trap voor de in het eerste lid van artikel 2.106 bedoelde vluchtroutes, maar: een in afdeling 2.4 bedoelde trap.
In die afdeling is geregeld dat elk op een verdieping gelegen verblijfsgebied bereikbaar moet zijn met een vaste trap (of hellingbaan). Dit geeft de indiener de ruimte om, overeenkomstig de systematiek van de bouwvoorschriften, zelf te bepalen welk verblijfsgebied of gedeelte daarvan op welke trap of hellingbaan is aangewezen.

Als op een trap meer dan 600 m² vloeroppervlakte aan verblijfsgebied is aangewezen, dan moet die trap een breedte hebben van ten minste 1,2 m. Als je de woningen ook via een tweede trap kunt bereiken, dan mag je (de aanvrager of eigenaar) de verblijfsgebieden naar eigen inzicht over de trappenhuizen verdelen. Dat wil zeggen dat je bij twee trappen tot maximaal 600 m² aan verblijfsgebied op een trap kan aanwijzen, ofwel een totaal van ten hoogste 1200 m² aan verblijfsgebied, zonder dat een van de twee trappen een breedte moet hebben van ten minste 1,2 m.

Bij twee trappen (dus niet bij meer dan twee trappen) en een vloeroppervlakte aan verblijfsgebied van meer dan 1200 m², is er per definitie op één van de trappen meer dan 600 m² vloeroppervlakte aan verblijfsgebied aangewezen.
Die ene trap zal een breedte van ten minste 1,2 m moeten hebben, voor de andere trap geldt de in artikel 2.33 bedoelde minimum breedte van ten minste 0,8 m.

Er is geen limiet gesteld aan de vloeroppervlakte aan verblijfsgebied die op de trap met een breedte van ten minste 1,2 m mag zijn aangewezen. Dus als er twee trappen zijn en één trap een breedte heeft van ten minste 1,2 m, kan er voor de tweede trap worden volstaan met een breedte van ten minste 0,8 m, ongeacht de totale vloeroppervlakte aan woningen in het woongebouw. Dit op voorwaarde dat u niet meer dan 600 m² vloeroppervlakte aan verblijfsgebied toekent aan deze laatste trap.

Dit antwoord wordt mede onderschreven door het feit dat met het opnemen van artikel 2.8, lid 3, van het Bouwbesluit 2003 in het achtste lid van artikel 2.107 van het Bouwbesluit 2012 geen inhoudelijke wijziging is beoogd (zie algemeen deel toelichting en toelichting op artikeltekst). Ook niet vanwege de met het Bouwbesluit 2012 geïntroduceerde systematiek voor veilig vluchten bij brand.

Versiedatum: 07-07-2022

Is uw vraag hiermee niet beantwoord?
U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.

Terug naar overzicht met vragen en antwoorden

Zie ook

Vragenformulier Informatiepunt Leefomgeving

U kunt geen vragen meer stellen via de Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunt u uw vragen stellen via het vragenformulier van het Informatiepunt Leefomgeving.

Dossier Bouwregelgeving

Bouwbesluit online

Omgevingsloket online

Vergunningcheck doen en omgevingsvergunning aanvragen

Ruimtelijke ordening

De Rijksoverheid. Voor Nederland. De Rijksoverheid. Voor Nederland.